Innerlijk licht

We zijn allemaal licht. Ik zie het voor me als dat we in ons buik een lantaarn hebben waarin een druipkaars staat. Bij de ene mens brandt de kaars heel fel en bij de ander is het nauwelijks een gloeiend pitje.
Als je licht fel brand is alles in het lichaam verlicht en ook om je lichaam heen is het verlicht. Als je lichtje alleen gloeit is het lichaam donker en de omgeving eromheen ook. Hierdoor kunnen donkere gedachten en energieen zonder opgemerkt te worden bij je binnen komen. Als je licht fel brandt is alles zichtbaar en kunnen donkere dingen niet ongezien binnen komen.

Kinderen zijn lopende lantaarntjes. Zij brengen licht en steken andere lampjes aan met hun licht. Door school opvoeding en of familiaire omgeving kan het zijn dat het licht gedimd wordt. Alles wordt zichtbaar in het licht en sommige mensen zien dingen in het licht van zichzelf wat ze niet willen of kunnen zien. Kinderen met veel licht zullen niet meteen minder licht gaan geven. Ze zullen zich gaan verzetten met wat wij onaangepast gedrag noemen. Juist dit zorgt ervoor dat er nog meer druk komt. Zie het als een deken die over het lantaarntje wordt gehangen. (Of bij vogels over de kooi savonds zodat de vogel stopt met zingen)

De deken voelt kriebelig en warm. Ze zullen hem proberen weg te duwen.
Je snapt uiteindelijk gaat het licht doven en is het niet meer dan een smeulend kooltje.
Hierdoor wordt het king ontvangbaar voor energie die niet past. En dat is omdat het licht niet zichtbaar meer is.
In sommige gevallen is het licht zover uit dat mensen depressief zijn en niet meer hier willen leven op aarde.
Het licht is uit het lichaam gegaan en daarom is het donker van binnen.
Door het licht terug in het lichaam te brengen , de angel of deken weg te halen (zonder trauma’s opnieuw te hoeven doorleven) kan het licht terug naar het lichaam.
Je licht is nooit ver weg, het zit vast aan het lichaam.
Om je licht groter te maken en weer te voelen is het belangrijk hier veel mee te oefenen. Weet je eenmaal hoe je dit doet is het niet meer mogelijk om het weer zover uit te laten gaan.
Hoe je dit kan doen kan met een oefening: denk aan een herinnering waarbij je dolgelukkig was, je liefde voelde of waar je spetterde van de energie. Je zal ontdekken dat je licht gaat stromen en je gaat stralen. Alleen door er al aan te denken. Soms is dit niet zo makkelijk, dan kun je daar hulp voor vragen. Geef niet op, blijf oefenen, zelfs de kleinste fijne herinnering zorgt al voor een vonkje van licht. En dan met genoeg zuurstof gaat het licht weer volop branden. 

Durf jij volop je licht te laten schijnen? Het is het waard, je zal zien dat jouw licht de anderen om je heen ook weer verlicht en zij ook weer meer gaan schijnen. En zo wordt de hele wereld een stukje lichter.